Dilemmareflectie

Dilemmareflectie

 

 

Onderaan deze pagina een worksheet om het proces te ondersteunen.

 

Een dilemma is een of-of-situatie, met aan beide kanten negatieve consequenties en met een dwingend karakter: je moet het een doen of het ander. Niets doen is ook een keuze. De Dilemmareflectie bestaat uit een stappenplan om een dilemma op te lossen.

Doel

Om, alleen of in samenspraak met anderen, een beslissing te nemen op grond van een afweging tussen de belangen van de verschillende betrokkenen, waarden die in het geding zijn en de handelingsalternatieven die daaruit voortvloeien.

Gebruik 

Deze reflectietool kun je gebruiken in iedere situatie waarin zich een ethisch dilemma voordoet. Het is geschikt voor studieloopbaanbegeleiding, trainingen, stagebegeleiding, intervisie en supervisie.

  • De reflectiegroep telt maximaal 8 deelnemers.
  • De reflectiesessie duurt 60 tot 90 minuten.

De spelregels  

  • De inbrenger is de ‘eigenaar’ van de casus. Het dilemma is pas bevredigend opgelost wanneer de inbrenger er mee uit de voeten kan.
  • De deelnemers stellen vragen ter inhoudelijke verheldering en dragen door hun eigen reflectie op de situatie bij een de systematische analyse van het dilemma.
  • De gespreksleider bewaakt de procedure en de tijd en is terughoudend met inhoudelijke interventies.

Stappenplan 
INBRENG

Stap 1 Wat is het dilemma en voor wie?

Een van de deelnemers brengt een dilemma uit de beroepspraktijk naar voren. Het gaat bij deze stap alleen om het beschrijven van de situatie. We spreken nog geen oordeel uit.

  • Wat zijn de gegevens en zijn ze duidelijk, volledig en relevant?
  • Wie zijn er bij het probleem betrokken?
  • Hoe wordt het dilemma geformuleerd, voor wie? (Moet X wel of niet…?)

Dit laatste gebeurt in drie stappen, die we kort typeren met de drieslag situatie, prikkel, vraag, waarbij de situatie en de prikkel worden beschreven in twee, kernachtige zinnen.

  1. De situatie. Hier wordt een beschrijving van de situatie gegeven in twee zinnen. Deze beschrijving moet alle kenmerken van de situatie bevatten die van belang zijn om het knelpunt en het dilemma te begrijpen.
  2. De prikkel. Het knelpunt wordt zo geformuleerd, dat in de ene zin de ene poot van het dilemma al naar voren komt en in de andere zin de andere. Gebruik daarvoor de formulering Als…., dan…. Als ik … doe, dan gebeurt er …
  3. De vraag of het dilemma. Het dilemma vat de beide beweringen uit het knelpunt in één vraag samen. De prikkel en het dilemma worden op een flap-over geschreven.

Stap 2 Verhelderingsvragen

De andere deelnemers krijgen de gelegenheid de inbrenger verhelderingsvragen te stellen. Het gaat om open, niet-suggestieve vragen ter verheldering van de inbreng.

Denk aan: ‘wie, wat, waar, wanneer en hoe?

Aan het slot formuleert de inbrenger opnieuw het dilemma, eventueel rekening houdend met nieuwe gezichtspunten die de verhelderingsvragen hebben opgeleverd.

 

 

UITVOERING

Stap 3 Het inventariseren van de waardenperspectieven

Een waarde is het antwoord op de vraag: Wat is belangrijk (in deze casus)? Bespreek de casus in tweetallen aan de hand van de volgende vragen en noteer de uitkomsten:

Bekijk de prikkel (de als … dan … zinnen).

  • Welke waarden komen daarin naar voren?
  • Welke posities en belangen spelen een rol in de casus?
  • Als je de posities en belangen in de overweging betrekt, welke waarden spelen dan nog meer een rol?
  • Aan wiens belang moet prioriteit toegekend worden? Op grond van welke waarde?
  • Wat zegt dit over het dilemma?

Waarden en normen zijn twee kanten van dezelfde medaille. Normen geven aan hoe in de praktijk met waarden moet worden omgegaan. Een norm is het antwoord op de vraag: als X een belangrijke waarde is in deze casus, wat moet ik dan doen?

  • Welke normen kun je afleiden uit de waarden die en rol spelen binnen deze casus?
  • Welke normen conflicteren?
  • Wat zegt dit over het dilemma?

Wissel de resultaten uit met de andere tweetallen.

Stap 4 Het inventariseren van de handelingsalternatieven

Breng na stap drie opnieuw de handelingsmogelijkheden in kaart. Misschien hebben zich nieuwe mogelijkheden voorgedaan.

  • Welke handelingsalternatieven zijn er?
  • Inventariseer de voors en tegens op basis van je belangen-, waarden-, en normenanalyse.
  • Kun je nu een beargumenteerde keuze maken voor een van de alternatieven?

AFRONDING

Stap 5 Beslissing, toetsing en evaluatie

In de laatste stap neem je een beslissing en toets je deze aan algemene principes van menselijkheid (eerbied voor het leven, menselijke waardigheid) en rechtvaardigheid (billijkheid, gelijkheid en wederkerigheid).

Als de beslissing is genomen en uitgevoerd worden de stappen uit het stappenplan geëvalueerd.

 

 

 

[hr]

Anderen bekeken ook deze content

Reflectie, wat is dat?

Reflectie, wat is dat? In veel leertheorieën neemt reflectie een centrale plaats in: ‘zonder reflectie geen leren’ is de boodschap. In dit artikel wordt het begrip ‘reflectie’gedefinieerd en gekeken naar de kosten en baten van reflecteren. Het artikel is er één uit een serie van drie. Het tweede artikel gaat vooral in op ‘Reflectieve technieken’. Het derde en laatste artikel

Posted in Artikelen | Tagged , , | Comments Off on Reflectie, wat is dat?

Reflectiespel

Lida Nijgh heeft op haar internetsite een zelfreflectiespel met handleiding staan, gratis te downloaden. Het spel is gebaseerd op een dertigtal reflectiekaarten, per kaart een reflecterende vraag op zes niveaus: omgeving, gedrag, capaciteiten, overtuigingen, identiteit en betrokkenheid. Niveaus die we kennen van het model van Dilts. Het reflectiespel is gebaseerd op de volgende vragen: Omgeving Door welke omstandigheden word ik

Posted in Werkbladen | Tagged , , , | Comments Off on Reflectiespel